Een veilige haven in deze spannende tijden? Of allebei een zeepbel die in je gezicht uiteen kan spatten?
Er stroomde in maart een recordhoeveelheid dollars naar de goudmarkt, vijf keer zo veel als in de maand daarvoor. Deels heeft dat te maken met de Russische inval in de Oekraïne. De waarde van goud is namelijk niet afhankelijk van een nationale overheid, in oorlogstijden een nuttige eigenschap. Wat ongetwijfeld ook een rol heeft gespeeld, zijn de Westerse sancties richting de Russische centrale bank. Die bank verloor opeens haar reserves in Westerse valuta. De boodschap aan elke andere centrale bank in de wereld is dat reserves in dollar, euro, yen en zelfs Zwitserse frank niets meer waard zijn als het ertoe doet. Nu zullen de vrienden van de Verenigde Staten geen haast maken om hun dollarreserves te verkleinen, maar niet geheel toevallig schuift de Israëlische centrale bank een deel van de Westerse valutareserves richting renminbi.
Goud en bitcoin zijn in hoge mate vergelijkbaar. Ze hebben alle twee geen of weinig fundamentele waarde. Goud is een metaal dat we met veel moeite uit de grond halen om het daarna weer in een kluis diep onder de grond te stoppen. Het mijnen van goud is een kostbaar proces waarbij veel energie is vereist en dat door het gebruik van kwik en arsenicum ook niet goed is voor het milieu. Ook het mijnen van bitcoin vreet energie en zorgt voor een grote carbon footprint, terwijl ook de digitale codes daarna worden opgeborgen op een veilige plek. Zowel goud als bitcoin genereren geen kasstroom, geen dividend en ook geen coupon. Dat betekent wel dat de relatieve aantrekkelijkheid van zowel goud als bitcoin toeneemt wanneer het rendement op alternatieven is gedaald of zelfs negatief is. Een omgeving met een negatieve (reële) rente is dus positief voor goud en bitcoin. Zowel goud als bitcoin zitten in een zeepbel, al duurt de zeepbel bij goud al meer dan zesduizend jaar. Voor wat betreft de waardering zijn goud en bitcoin afhankelijk van een koper die er meer voor wil betalen dan de eigenaar er voor heeft betaald. Ze zijn dus waard wat de gek er voor geeft, inmiddels beter bekend als de ‘greater fool’ theorie.
Geld heeft waarde omdat de overheid – de enige met een machtsmonopolie – belooft dat het waarde heeft. Die belofte is niet voldoende. In de praktijk moet iemand met 100 euro er op dit moment even veel voor kunnen kopen als over tien jaar. Die koopkracht van geld is sterk afhankelijk van de inflatie. In periode van hyperinflatie verliest elke munt snel haar waarde. Centrale bankiers zijn er om de waarde van de koopkracht te bewaken, om ervoor te zorgen dat de inflatie niet te hard oploopt. In de jaren zeventig ging het fout. De inflatie ontspoorde en de goudprijs vertienvoudigde. Pas na een dubbele recessie begin jaren tachtig lukte het weer de inflatie onder controle te krijgen. Sindsdien hebben telecommunicatie, containervervoer, hyperglobalisering en het internet er voor gezorgd dat prijzen konden dalen. Per saldo konden centrale bankiers dat voorkomen door een te lage rente waardoor de schulden sterk stegen. Het leek op dat moment nog of een centrale bankier de inflatie aan het bestrijden was, maar eigenlijk lag de rente vrijwel voortdurend beneden de neutrale rente waardoor door hoge schulden gedreven waarderingen konden oplopen.
Door de monetaire gekte (het onbeperkt bijdrukken van geld en daarmee monetair de overheid financieren) is er minder vertrouwen dat centrale bankiers nog altijd de hoeders zijn van koopkracht. Alsof dat nog niet voldoende is, zorgen de Russische sancties ook voor vertrouwensverlies in Westerse valuta. De monetaire uitlaatklep is dat munten waarin investeerders het vertrouwen verliezen in waarde dalen. Sommige centrale bankiers onderkennen dit en proberen de balans te stutten met goud. Dat is wel een verschil met bitcoin, er is nog geen centrale bank die bitcoin als reserves wil aanhouden. Dat terwijl er in het transport van bitcoin overduidelijk voordelen zitten ten opzichte van goud. Wie wil dat ook de goudreserves niet in beslag worden genomen, is wel verplicht deze zelf lokaal aan te houden. Met goud is dat veel meer gedoe dan met bitcoin. Wel is het zo dat bitcoin sterker gecorreleerd is met de financiële markten, in plaats van digitaal goud kan er beter gesproken worden van de digitale Nasdaq. Bovendien zit goud al 6000 jaar in een bubble en bitcoin slechts een jaar of tien.
Zowel goud als bitcoin zijn geen veilige haven. De tussentijdse volatiliteit is hoog, bij bitcoin is dat bijna dagelijks zichtbaar, maar ook bij goud is timing essentieel. Tussen 1971 en 1980 vertwintigvoudigde de goudprijs, maar wie goud in 1980 kocht moest tot 2008 wachten om weer op hetzelfde niveau te kunnen verkopen. Wie goud in januari 1980 kocht en aanhield tot februari 1985 incasseerde een verlies van 66 procent. Veel goudbeleggers wijzen dan op de lange termijn, maar wie in de vijftiende eeuw goud kocht en kon aanhouden tot nu, zou meer dan 90 procent van de koopkracht zijn kwijtgeraakt. Dus ook op een termijn van 500 jaar is behoud van koopkracht niet gegarandeerd.
Centrale banken vrezen dat bitcoin de controle die zij hebben op het systeem zal eroderen waarmee de financiële stabiliteit wordt ondermijnd. Het probleem is echter dat diezelfde centrale banken de financiële stabiliteit ondermijnen met hun monetaire gekte, ook door nu niet (of veel te laat) te reageren op de oplopend inflatie. Het vertrouwen in geld wordt verder ondermijnd door de sancties tegen Rusland. Nu zijn het alleen nog de Russen, maar de Arabieren en Chinezen hebben alle redenen om te geloven dat zij de volgende zijn. Juist om die reden, neemt de kans toe dat centrale bankiers goud zullen gebruiken om het vertrouwen te herwinnen. Impliciet doet de Chinese overheid dit al door de goudprijs in renminbi relatief stabiel te houden. Ook de belofte van de Russen om de waarde van de 5.000 roebel aan een gram goud te koppelen, zorgde voor herstel van de waarde van de roebel (1 gram is nu ongeveer 4.814 roebel). Er is nog geen grote centrale bank die reserves wil aanhouden in bitcoin, maar gelet op de vele bitcoin-adepten zou het vertrouwen in munten als de euro en de dollar bij deze groep kunnen toenemen als ook centrale bankiers ook reserves zouden aanhouden in bitcoin. Bijkomend voordeel voor die centrale bankiers is dat er dan geen autoriteit is die beslag kan leggen op die bitcoin. Dat lukt nu eenmaal niet bij een gedecentraliseerd systeem. Dilemma van zowel het aankopen van goud en zeker van bitcoin is wel dat de centrale bankier daarmee impliciet het vertrouwen in het eigen financiële systeem aan het ondermijnen is.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.