Alles in de wereld bestaat uit energie en in dat opzicht bestaat ook de economie uit niets anders dan energie.
Het is ook niet zo vreemd dat na de uitvinding van de stoommachine de economische groei in de wereld als het ware explodeerde. Energie is wat de huidige samenleving mogelijk maakt. In de ontwikkelde landen groeit het verbruik van energie de afgelopen decennia nauwelijks. Het effect van toenemende welvaart wordt gecompenseerd door het steeds efficiënter omgaan met energie. Dat geldt niet voor de minder ontwikkelde landen. Die zitten vaak nog in het overgangsproces van het stoken op hout naar fossiele brandstoffen, al slaat men ook daar steeds vaker die stap over en schakelt men van hout over naar alternatieve vormen van energie. Desondanks zal de vraag naar fossiele brandstoffen in de komende 25 tot 30 jaar met 25 procent groeien, in lijn met de groei van de wereldbevolking.
Bedenk wel dat driekwart van de wereldbevolking niet de luxe kent van een energietransitie en die ook niet kan veroorloven, die willen in de eerste plaats meer toegang tot energie. Het eerste wat arme mensen meer gaan consumeren als ze opklimmen tot de middenklasse is vooral meer energie. Zo bezit de gemiddelde Amerikaan 0,71 auto en de gemiddelde Europeaan 0,52. In Azië is dat 0,14 auto en in Afrika 0,05 auto. Het is een illusie om te denken dat deze laatste twee regio’s niet naar het niveau van Europa of de Verenigde Staten zouden willen. Wie gaat ze anders tegenhouden?
Het verbruik van energie draait nog altijd om fossiele brandstoffen. We hebben er 150 jaar over gedaan om 100 miljoen vaten olie per dag te produceren en te consumeren en zo’n infrastructuur is niet opeens te vervangen. De Europese Unie kan ambitieus aankondigen dat fossiel aangedreven auto’s over iets meer dan 10 jaar niet meer mogen worden verkocht in Europa, maar het alternatief van een elektrisch aangedreven auto kampt in deze transitie al snel met een groot tekort aan verschillende metalen. Gemiddeld duurt het al snel tien jaar tussen een investeringsbeslissing en de uiteindelijke productie vanuit verschillende mijnen. Wie over tien jaar zo’n beetje alles elektrisch wil laten rijden, mag nu wel beginnen met het fors investeren in nieuwe mijnen om dit mogelijk te maken. Het tegenovergestelde is nu het geval.
Er is veel steun om de uitstoot van CO2 zo snel mogelijk terug te brengen naar nul, maar op het moment dat dit ten koste gaat van het energieverbruik valt die steun snel weg. Het is net als de protesten tegen globalisering, elke week lopen diezelfde mensen met twee boodschappentassen vol met geglobaliseerde producten de supermarkt uit. Naar aanleiding van de inval in de Oekraïne werd bovendien duidelijk dat het onverstandig is om twee oorlogen tegelijk te voeren. De oorlog tegen de Russen wint het van de oorlog tegen de klimaatcrisis. Aardgas, kernenergie en zelfs steenkool waren in verband met het dreigende energietekort al snel weer geaccepteerd, waarbij er volop gelobbyd werd om al deze vormen van energie onder de duurzame vlag van de Europese Unie te krijgen.
Tegenover de stijgende vraag naar energie, ook naar energie uit fossiele brandstoffen staat opmerkelijk genoeg een krimpend aanbod. Nu is er genoeg olie in de wereld, maar het laaghangend fruit is inmiddels wel geplukt. Het zal steeds duurder worden om olie te winnen. Er zijn drie belangrijke producenten in de wereld: Saoedi-Arabië, Rusland en de Verenigde Staten. Veruit de goedkoopst te produceren olie komt nog altijd van het Arabische schiereiland, maar men begint wel tegen de limiet aan te lopen. Recent heeft OPEC de productie met 2 miljoen vaten per dag gereduceerd, maar daarvoor waren er al groeiende twijfels of OPEC (lees Saoedi-Arabië) nog wel 2 miljoen vaten extra zou kunnen produceren.
Ook de Russische olieproductie is gedoemd om snel te dalen. Zie het voorbeeld van Venezuela waar de olieproductie daalde van 4 miljoen vaten per dag naar 500.000 vaten per dag. De enige reden was het vertrek van de oliemaatschappijen. Zonder westerse technologie van Schlumberger en Halliburton valt in Rusland de olieproductie wellicht nog sneller terug dan in Venezuela. De harde Russische winter heeft immers weinig respect voor westerse onderdelen in de olie-industrie. In de Verenigde Staten sturen aandeelhouders aan op rendement in de vorm van dividend en inkoop eigen aandelen. Herinvesteren wordt ontmoedigd.
Investeren in nieuwe productie is ook snel duurder geworden. Ook daar is het moeilijke om personeel te vinden, krediet is voor de fossiele industrie afgelopen jaren fors duurder geworden. Op basis van de bewezen reserves zal olie en gas in ongeveer 50 jaar op zijn. Natuurlijk zit er meer in de grond, maar dat zal niet goedkoper zijn om het te winnen. Een alternatief in kernenergie. Frankrijk ging in 20 jaar (tot 1997) van 2 procent kernenergie naar 70 procent kernenergie, goed voor het klimaat. Zo’n transitie met zonnepanelen of windmolens in dezelfde tijd is onmogelijk. Bovendien gebruikten de Fransen oudere en daarmee duurdere technologie. De moderne kerncentrales zijn goedkoper en veiliger.
Energie omvat nu 5 procent van de S&P 500. De vijf grootste tech-aandelen omvatten maar liefst 22 procent (na afgelopen week 21 procent) van de S&P 500. Bovendien is er een sterke analogie van de FAAMG met de Nifty Fifty. Sterke bedrijven die te duur zijn geworden, onder andere omdat iedereen ze in portefeuille wil hebben. Het komt in de geschiedenis eigenlijk niet voor dat de winnaars van gisteren ook weer de winnaars voor de toekomst zijn. Gelet op de fundamentele vooruitzichten en de nog altijd lage waardering heeft energie goede kansen om in 2030 tot de nieuwe winnaars te behoren.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.