Afgelopen week daalde de olieprijs op basis van recessie-angst. Geholpen door de afzwakkende dollar is het verschil tussen de benzineprijs en de elektriciteitsprijs zo klein geworden dat veel hybride automobilisten beter op benzine (of diesel) kunnen rijden dan op elektriciteit, een soort omgekeerde energietransitie.
Ook de Duitse industrie ziet de voordelen van olie als alternatief voor aardgas. De vraag naar olie kan ook een impuls krijgen als de Chinese economie open gaat. Verder wordt het aanbod gedrukt door de ontwikkelingen in Iran en het is hopen dat de onderdelen van westerse oliemaatschappijen het deze winter houden in Rusland.
Op basis van verschillende variabelen zijn de vooruitzichten voor energie het best (overigens direct gevolg door basismaterialen (mijnbouw en agri). De vooruitzichten voor technologie, tot voor kort de marktleider, zijn middelmatig. Defensieve sectoren scoren slecht. De markt lijkt zich voor te sorteren op een cyclische draai, geholpen door de piek in de inflatie en de piek in de rente.
Inmiddels is de Amerikaanse strategische oliereserve (SPR) teruggevallen naar het niveau van 1984 en dat is bijna het laagste niveau ooit want deze strategische reserves werden ingesteld na de twee oliecrises van de jaren zeventig. In de afgelopen jaren is voortdurend geput uit de strategische reserves om de olieprijs te drukken. Nu de verkiezingen achter de rug zijn, is er minder noodzaak om olieprijzen laag te houden.
Het aantal boortorens (rigs) in de Verenigde Staten stijgt, maar blijft nog altijd achter bij de ontwikkeling van de olieprijs. Er wordt minder geïnvesteerd in olie dan voorheen en dat betekent onvermijdelijk dat er voortdurend tekorten dreigen.
Ook OPEC+ kan weinig extra produceren. De laatste korting van OPEC+ was 2 miljoen vaten per dag. Effectief was het minder dan 1 miljoen, omdat ook daarvoor al veel landen niet meer konden leveren.
Er zijn steeds meer bezwaren tegen met name Big Tech bedrijven. Daar liggen operationele marges op het dubbele van voor de pandemie en het dubbele ten opzichte van andere techbedrijven. Hoge marges trekken meer concurrentie aan en hoewel veel monopolies in technologie zijn ontstaan door disruptie kan in principe elke technologiebedrijf in enkele jaren weggeconcurreerd worden door nieuwe technologie. Als een monopolie toch uitstekend kan worden verdedigd, dan wordt het tijd dat de overheid ingrijpt. De overheid heeft al enkele maatregelen genomen die vooral techbedrijven raken. Zo worden zij het meest geraakt door de minimum belastingregel van 15 procent. Ook de belasting op internationale transacties is vooral gericht op de grote techbedrijven. Vervelend voor deze Big Tech bedrijven is ook dat overnames steeds moeilijker worden. Met het beroep op marktmacht en concurrentievervalsing wordt de boot afgehouden. Dat terwijl juist groeibriljanten als YouTube en Instagram door respectievelijk Google en Facebook voor een appel en een ei van de beurs konden worden gehaald. Zo verloopt de overname van Activision door Microsoft moeizaam. Verder zijn techbedrijven afgelopen jaren verwend en niet goed in het snijden in de kosten. Op basis van genormaliseerde marges moet nog altijd een stevige prijs worden betaald. Dat terwijl de kasstroom in de energiesector zo hoog is, dat deze bedrijven met deze kasstroom zichzelf binnen enkele jaren van de beurs kunnen halen.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.