Mogelijk gaat het personeel van de ECB staken, nadat het voorstel voor een loonsverhoging van 4,07 procent met ingang van januari werd afgewezen.
Het bijzondere is dat diezelfde medewerkers wel tegen vergelijkbare loonsverhogingen optreden bij andere bedrijven, wijzende op de risico’s van een mogelijke loon-prijsspiraal. Volgens de vakbond IPSO verliezen de medewerkers van de bank nu het vertrouwen in de ECB. Wat de leiding van de ECB volgens de IPSO eigenlijk doet, is dat ze verantwoordelijk is voor het missen van de inflatiedoelstelling en dat haar eigen werknemers hiervoor de prijs moeten betalen. Hoe pijnlijk dit ook is, volgens Lagarde is er geen enkele ruimte om te onderhandelen. Overigens zijn de arbeidsvoorwaarden van ECB-medewerkers eerder dit jaar wel versoepeld. Medewerkers mogen 110 dagen per jaar thuiswerken, maar niet langer dan 10 achtereenvolgende dagen. Volgens de Lagarde krijgen medewerkers van de ECB een salaris dat vergelijkbaar is met het gemiddelde in de sector en worden ook de verhogingen van de sector gevolgd.
Nu is inflatie in de eurozone onvergelijkbaar met de inflatie in de Verenigde Staten. Het probleem wordt hier vrijwel uitsluitend veroorzaakt door de aanbodzijde in de vorm van hogere energieprijzen. Het feit dat de ECB de aanbodkant van de economie probeert te slopen, doet meer kwaad dan goed. Energie-intensieve bedrijven verlaten Europa en zorgen er voor dat er minder economisch herstelpotentieel overblijft. Bovendien moet de vraag in Europa hard worden geremd, wil die uiteindelijk effect krijgen op de energieprijzen. Op dit moment ligt de vraag naar elektriciteit en gas maar liefst een kwart (!) onder de normale vraag, maar kennelijk is dit voor de ECB nog niet genoeg. De markt rekent er nog op dat de ECB uiteindelijk de 3 procent zal aantikken met de beleidsrente, maar waarschijnlijk is 2,5 procent wel voldoende.
Dat is anders in de Verenigde Staten. Daar is een echte (diepe) recessie vereist om de inflatie te bedwingen, maar stuurt de Fed op het scenario van een zachte landing. De Fed gelooft dat wanneer de economie langere tijd beneden trend zal groeien dit voldoende is om inflatie weer terug te krijgen op 2 procent. Er is daarvoor geen enkel historisch bewijs. De geschiedenis laat juist zien dat wanneer inflatie uiteindelijk structureel op 4 procent (PCE) of 5 procent (CPI) is aangekomen er meer moet gebeuren om inflatie te bedwingen.
Komende week (dinsdagmiddag) zijn er inflatiecijfers in de Verenigde Staten. Waarschijnlijk zijn die in de maand met 0,2 procent gestegen. Voedselprijzen zijn gestegen en energieprijzen gedaald, dus blijft er een kerninflatie over van 0,3 procent. Die is weer op te splitsen in goederen (-0,1 procent, door een verdere daling van de prijzen voor tweedehands auto’s) en diensten (0,5 procent). Binnen de dienstencomponent heeft de huizenprijs een belangrijk gewicht, maar deze rapporteert wel met vertraging. De huizenmarkt in de Verenigde Staten is inmiddels door de hogere hypotheekrente fors afgekoeld en zal op termijn zorgen voor lagere cijfers. Verder zit het corona-effect bij goederen, maar nu ook bij diensten. Veel van de inhaalvraag gaat immers niet richting goederen, maar voornamelijk naar diensten. Dat zal in de loop van volgend jaar wegebben. Omdat deze maand-inflatiecijfers lager zijn dan die een jaar geleden zal het totale inflatiecijfer dalen van 7.7 procent naar 7,3 procent en de kerninflatie van 6,3 procent naar 6,1 procent.
In de jaren zeventig was de inflatie geen rechte lijn omhoog, maar kwam deze in golven. Dat had natuurlijk te maken met de onderliggende cyclische beweging, maar ook met de manier waarop inflatie wordt gemeten. Een snelle stijging van de inflatie in korte tijd (bijvoorbeeld door de start van een oorlog) leidt bijna onvermijdelijk tot desinflatie 12 maanden later. In zo’n periode zitten we ook nu. Het betekent dat inflatie zowel in de VS en wellicht nog wat sterker in Europa de eerste zes maanden van 2023 kan afnemen en daarna volgt het moment van de waarheid. Het is goed mogelijk dat de Fed dan draait, maar de kans is groot dat dit te vroeg is. Op het moment dat de Fed draait profiteert de beurs, maar mogelijk komt dan ook het moment dat in de rentes hogere inflatieverwachtingen worden ingeprijsd. Alleen het moment dat de Fed toch inzet op een diepe recessie kan de rente dan verder dalen. Dit betekent dan ook een breuk met het jaren zeventig scenario. In Europa blijft inflatie vooral afhankelijk van de energieprijzen. Die zijn weliswaar fors gedaald, maar nog altijd vijf keer zo hoog als enkele jaren geleden. Gelukkig heet prijs een functie, minder vraag en meer aanbod, zodat daardoor ook energieprijzen kunnen dalen.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.