Het verleden biedt geen garantie voor de toekomst, maar we kunnen er wel uit leren.
Beleggers hebben normaal gesproken een lange beleggingshorizon. Op het moment dat koersen beginnen te dalen, wordt die beleggingshorizon opeens ingekort tot een week. Beleggers hebben immers niets tegen risico, zolang het maar geen geld kost. Wie verkoopt uitsluitend op basis van koersdalingen of op basis van verliezen, neemt vrijwel altijd een verkeerde beslissing. De gevolgen worden vaak nog uitvergroot doordat de beste dagen op de beurs en de slechtste dagen op de beurs in clusters voorkomen. Wie verkoopt op basis van de ervaringen op een slechte dag, wordt daarna al snel geconfronteerd met het koersherstel op een historisch goede dag.
Twee typen correcties
Er zijn twee typen correcties. De eerste is een zogenaamde bull-markt-correctie, een correctie die normaal gesproken beperkt blijft tot een procent of tien in de wereldindex en die meer moet worden gezien als een moment om stoom af te blazen. De markt is dan wat te ver vooruit gelopen op al het goede nieuws waarna het tijd is voor een pas op de plaats. Zo’n soort correctie wordt gedreven door sentimenten, niet door fundamenten. Normaal gesproken vluchten beleggers tijdens een correctie in de reservevaluta (de Amerikaanse dollar) en dat mitigeert vanuit Europees perspectief de koersdaling.
Het advies is, om niet te proberen dergelijke bull-markt-correcties te ‘timen’ door bijvoorbeeld tijdelijk uit de markt te stappen. Het probleem met uitstappen is dat men twee keer goed moet timen, eerst er uit, maar daarna er ook weer in. Het is zeer onwaarschijnlijk dat men op de top uitstapt en op de bodem weer instapt, maar zelfs dan moet men twee keer kosten maken. Het risico is dat men de herstelfase mist. De fundamenten zijn immers niet gewijzigd. Beleggers doen er goed aan om te leren van de fouten van beleggers uit het verleden en dienen zich te realiseren dat het rendement twee grote vijanden heeft: te hoge kosten en markt-timing. In de afgelopen jaren zijn de kosten voor beleggers vrijwel voortdurend gedaald. Minder makkelijk is het om in tijden van stress vast te houden aan het principe dat een beleggingshorizon langer is dan een week. Het grote gevaar is dat men toegeeft aan de schijnbaar onvermijdelijke drang om iets te doen, bijvoorbeeld door te verkopen op de bodem.
Het tweede type correctie is een bear-markt-correctie, typisch een correctie van meer dan 20% die ook veel meer tijd in beslag neemt en vaak gepaard gaat met een (winst)recessie. Daar waar na een bull-markt-correctie vaak een V-vormig herstel volgt, kan een bear-markt langere tijd aanhouden. Verschil tussen de twee correcties is de vraag of er wat is gewijzigd in de onderliggende fundamentele factoren waardering, liquiditeit en economische groei. Als dat het geval is dan komt het zelden voor dat alle beleggingen onaantrekkelijk zijn. Vaak zijn er grote verschillen in waardering en uiteindelijk is de waardering een belangrijk bepalende factor op lange termijn. Ook nu zijn de waarderingsverschillen in historisch perspectief extreem.
Het risico van inflatie
In de afgelopen veertig jaar is de inflatie vrijwel voortdurend gedaald. Inflatie was zo laag dat beleggers bij hun beslissingen nauwelijks rekening hoefden te houden met inflatie.
Dat is nu wel anders. Inflatie is zo hoog dat beleggers er verstandig aan doen om rendementen te corrigeren voor inflatie. Beter is om te focussen op behoud van koopkracht. Nu is inflatie de grootste vijand van spaarders en van beleggers in obligaties. Op het moment dat het onrustig wordt op de beurs als gevolg van de oplopende inflatie, is het vreemd om dan juist te gaan sparen of te beleggen in obligaties. De op zich logische gedachte is dat met deze twee beleggingen er sprake is van minder risico, maar dat hangt sterk af van de definitie van risico. Risico staat in de financiële wereld vaak gelijk aan volatiliteit. Hoe meer een belegging beweegt, des te risicovoller. Voordeel van deze definitie van risico is dat die eenvoudig is te berekenen en dat je er mee kan werken in een spreadsheet. Het betekent echter niet dat dit het echte risico is van beleggen. Dat is eerder hoe beleggers omgaan met volatiliteit. Op het moment dat de volatiliteit laag is (en de koersen hoog) hebben beleggers de neiging om in te stappen, maar op het moment dat de volatiliteit hoog is (en de koersen laag) wil iedereen eruit. Het mag duidelijk zijn dat deze strategie van hoog kopen, laag verkopen in de praktijk niet goed is voor het rendement. Het echte risico van beleggen is namelijk permanent verlies van vermogen. Dat kan dus door verkeerd te timen, in dit geval met dank aan de volatiliteit.
Maar koopkrachtverlies is ook mogelijk door juist niet te beleggen. Wie een lange beleggingshorizon heeft en toch gaat sparen, accepteert dat over de beleggingshorizon een groot deel van die koopkracht verloren gaat. Inflatie werkt namelijk net als rente. Door Einstein werd het rente-op-rente effect gezien als het achtste wereldwonder. Inflatie op inflatie is op vergelijkbare wijze fnuikend voor de koopkracht. Wie met een beleggingshorizon van tien jaar, ruim voor de Grote Financiële Crisis besloot om te gaan sparen in plaats van te beleggen, was daarna – ondanks een tussentijdse correctie op de aandelenmarkt van 50 procent – toch slechter af. Natuurlijk kan ook de onrust op de aandelenmarkt zorgen voor tijdelijke papieren verliezen, maar tot op heden is de aandelenmarkt elke correctie weer te boven gekomen. Een correctie is de prijs die een belegger moet betalen voor het bovengemiddelde rendement op aandelen ten opzichte van andere beleggingscategorieën.
Uiteindelijk gaat het om de tijd in de markt en niet om het ‘timen’ van de markt. Bedenk dat Warren Buffett meer dan 90 procent van zijn totale rendement heeft behaald toen hij ouder was dan 65. Mensen leven langer dan vroeger en hebben daarmee automatisch ook een langere beleggingshorizon. Daarmee wordt de factor tijd belangrijker dan ‘timing’.
Huidige bear-markt en fundamenten waardering, liquiditeit en economie
In de huidige bear-markt worden alle drie de fundamenten geraakt. In historisch perspectief en dan met name wanneer wordt gecorrigeerd voor de hoge winstmarges en de extreem lage rente zijn aandelen hoog gewaardeerd. Een index die corrigeert voor hoge winstmarges is de Shiller Cyclical Adjusted PE.
Zolang de rente extreem laag was en de winstmarges niet onder druk stonden, was zo’n waardering goed te rechtvaardigen. Nu de rente stijgt en de winsten dreigen af te kalven, raken aandelen in snel tempo overgewaardeerd. Er zitten echter grote verschillen in waardering tussen de verschillende markten en zelfs binnen een bepaalde markt. Zo worden vooral Amerikaanse aandelen gezien als duur, maar wie bijvoorbeeld kijkt naar Amerikaanse value-aandelen ziet dat het gat tussen de dure groei-aandelen en de goedkope value-aandelen in de afgelopen jaren sterk is toegenomen.
Hetzelfde geldt ook voor Amerikaanse aandelen en buiten de Verenigde Staten genoteerde aandelen. Die laatste groep heeft de afgelopen vijftien jaar eerder zijwaarts bewogen. Ook zijn er steeds meer alternatieven voor aandelen, zoals grondstoffen of beleggingen buiten de beurs die aan de ene kant beter in staat zijn om compensatie te bieden voor inflatie en vreemd genoeg daarnaast niet extreem zijn gewaardeerd. Een andere factor die een grote invloed heeft op de ontwikkeling op de financiële markten is de liquiditeit. Jarenlang is het beleid van centrale banken uitbundig geweest en voor het eerst in lange tijd nemen centrale banken nu geld van tafel. Dat raakt in principe alle activa, maar niet alle activa gelijk. Vooral de meer speculatieve delen van de markt (en de markten daarbuiten) worden dan geraakt. Beleggers die blijven focussen op de fundamenten kunnen op zo’n moment de mooiste bedrijven kopen. Op de bodem van de bear-markt groeien de mooiste bloemen van de volgende bull-markt. De laatste factor waarvoor het beeld aan het verslechteren is de factor economie. Een recessie is meestal een logisch gevolg van verslechterde economische vooruitzichten en winsten zijn natuurlijk sterk gekoppeld aan zo’n economische ontwikkeling. Alleen zijn er wel verschillen in recessies. Op het moment dat de oorzaak een financiële onevenwichtigheid is in het systeem zijn zowel de recessies dieper en langer. Als er al sprake is van een recessie dan is het meer de huis-tuin-en-keuken recessie en niet zo’n diepe recessie.
Verder blijkt historisch dat het loont om juist in te stappen bij de start van een recessie. Dan is de onzekerheid onder beleggers vaak maximaal. Verschil tussen een bull-markt-correctie en een bear-markt-correctie is dat in het laatste geval er werk aan de winkel is om de portefeuille aan te passen aan de gewijzigde fundamenten, vaak in de vorm van verdere diversificatie. Zo’n gediversifieerde portefeuille zorgt er bovendien voor dat de volatiliteit wordt verlaagd, waardoor beleggers minder snel te neiging hebben om te moeten reageren op de onrust in de markt. Daarmee wordt de neiging ‘om alles maar te verkopen’ tegengegaan. Dat komt dan weer ten goede aan het totale rendement.
Via: Auréus
Header foto via: Time
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.