Waar moet je bij het inflatiebeest nu eigenlijk op letten om de economische ontwikkelingen wat te kunnen plaatsen?
Het grootste risico voor beleggers is niet een recessie, maar tegenvallende inflatiecijfers. De aandelenmarkt heeft een recessie deels al verdisconteerd, maar gaat ervan uit dat over iets meer dan een jaar daardoor de inflatie weer terug is op 2 procent. In de eerste plaats betekent een recessie niet automatisch dat de prijzen dalen. In Europa wordt inflatie vooral bepaald door voedsel en energie en dan kan de ECB wel de vraag reduceren door de rente te verhogen, maar dat voedsel en energie moeten vooral in een internationale geopolitieke context worden gezien. Daarmee hebben beleidsmakers vergelijkbare dilemma’s als in de jaren zeventig.
In de Verenigde Staten kwam de inflatie over mei uit op 8,5 procent, het hoogste niveau in 40 jaar. Een groot deel van de Amerikanen heeft dus nog nooit zo’n hoge inflatie meegemaakt en ook voor veel mensen werkend in de financiële wereld is dit nieuw. Dat betekent dat er niet meer gedacht moet worden in patronen van de afgelopen veertig jaar, maar dat we in een nieuwe fase zit, een echte paradigmaverschuiving. De Federal Reserve kijkt dit keer vooral naar de totale inflatie (inclusief voedsel en energie). Traditioneel abstraheren centrale bankiers van voedsel- en energieprijzen door vooral naar de kerninflatie te kijken. In de kerninflatie zitten ook segmenten (zoals huizen) die de centrale bank met haar rentebeleid kan beïnvloeden. Een centrale bank kan veel maar voedsel of energie bijdrukken is nog niet gelukt. Nu komen de grondstofprijzen wat af, maar dat zal voorlopig nog niet in de inflatiecijfers terug te vinden zijn. Door het tekort aan raffinagecapaciteit stijgen de benzineprijzen vrolijk door, net als de dieselprijzen. Datzelfde geldt ook voor elektriciteitsprijzen en aardgasprijzen. Zowel in Europa als de Verenigde Staten blijven daar de prijzen hoog en stijgen verder.
Door de verder stijgende prijzen zal de inflatie in de Verenigde Staten over juni waarschijnlijk uitkomen op 8,8 procent. De kerninflatie kan wel dalen door verbeteringen in de toeleveringsketens en het feit dat consumenten een verschuiving maken van goederen naar diensten. Hogere energie- en voedselprijzen verlagen het besteedbaar inkomen, evenals hogere rentelasten. Dat geldt voor het individu, maar reken voor het totaal dat dit wordt gecompenseerd door de vele Amerikanen die weer aan het werk gaan. Verder zorgen de stijgende voedsel- en energieprijzen er voor dat de inflatieverwachtingen op korte termijn (12 maanden) hoog blijven en dit is wat consumenten en producenten tussen de oren hebben wanneer ze gaan onderhandelen over de aanpassingen in contracten en loon.
De inflatie in de eurozone is nu 8,6 procent. Een maand daarvoor was het nog 8,1 procent. De markt rekende op een inflatie van 8,4 procent. Ondanks de hogere inflatie geeft Lagarde aan dat ze rente met 0,25 procent zal verhogen op 21 juli, met mogelijk een grotere stap in september. In tegenstelling tot de VS is het probleem voor de eurozone ook niet en bovenmatige vraag en verder stijgen de lonen hier meer geleidelijk. De werkloosheid ligt in de eurozone ook iets hoger (op 6,6 procent in mei, een recorddieptepunt tijdens het bestaan van de euro). De inflatie in de eurozone zal waarschijnlijk pieken in september waarna aan het eind van dit jaar de inflatie op 7,5 procent zal uitkomen. Alleen in Duitsland en Nederland vertraagde de inflatie (mede geholpen door Duitse belastingmaatregelen). In negen lidstaten is de inflatie boven de 10 procent, in Estland en Litouwen zelfs boven de 20 procent. In Europa stijgt de kerninflatie met 3,7 procent en dat is minder sterk dan in de maand daarvoor. De reden is dat openbaar vervoer in meerdere landen in Europa zwaar wordt gesubsidieerd. Zo heeft Duitsland een tijdelijk ticket van 9 euro ingevoerd voor de gehele bondsrepubliek.
Zowel in Europa als in de Verenigde Staten gaat het er uiteindelijk om in hoeverre hogere inflatie zich vertaalt in hogere looneisen. In de Verenigde Staten – waartegenover elke twee vacatures slechts één werkloze staat – is de kans daarop groot en ook nu al zichtbaar. In Europa is zo’n beweging veel minder waarschijnlijk. Men kijkt hier liever naar de overheid om compensatie te krijgen voor sterk gestegen energieprijzen.
In de Verenigde Staten is er de komende drie maanden sprake van een basiseffect waardoor de maandinflatie minder hard hoeft te stijgen om toch een hoger inflatiecijfer te krijgen. Dat komt omdat gedurende de zomer van vorig jaar de inflatiecijfers niet zo sterk stegen. Die maanden vallen binnenkort uit het jaarcijfer en dat betekent dat zelfs met een relatief kleine maandstijging de inflatie op een nieuw record kan uitkomen.
Verder is het van belang om de loonkosten per eenheid product of de employment cost index goed in de gaten te houden gedurende de zomermaanden. Feitelijk zijn dat de beste indicatoren voor de onderliggende inflatieontwikkeling.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.