Het was onvermijdelijk dat de Bank of Japan haar monetaire beleid zou aanpassen.
Op het moment dat er sprake is van Yield Curve Control (YCC) legt een centrale bank zich vast op de prijs, niet op de hoeveelheid. Dat betekent dat wanneer de rente daalt, zoals bij de start van de coronacrisis in 2020 de centrale bank volop obligaties moet verkopen om er voor te zorgen dat de rente op de kapitaalmarkten stijgt, juist op een moment dat de markt wel wat extra liquiditeit kan gebruiken. Nu is dat alweer enkele jaren terug. Op dit moment is het probleem dat de rente vanwege de inflatie (met 3,7 procent op het hoogste punt in 41 jaar) stijgt en als gevolg van yield curve control moeten er nu obligaties opgekocht worden, waarmee er dus sprake is van verruimend (lees stimulerend) beleid. Precies tegenovergesteld aan wat wenselijk is en per saldo is dus sprake van een procyclisch in plaats van een contracyclisch monetair beleid. Dat contrasteert nogal met het beleid van andere centrale banken en dat zorgt voor een zwakkere yen. Op een gegeven moment was de yen zo zwak dat de centrale bank ingreep door yen op te kopen. Dat is het moment dat het beleid wel moest worden aangepast. Je kan niet aan de ene kant de geldhoeveelheid verruimen (door obligaties op te kopen en daarvoor meer yen in omloop te brengen) en aan de andere kant de munt ondersteunen door diezelfde yen weer op te kopen.
Wetende dat dit beleid eindig was heeft Kuroda drie maanden voor zijn vertrek besloten om het beleid aan te passen. In plaats van 0,25 procent voor de tienjaarsrente wordt die nu afgekapt op 0,5 procent. Zo bezien is het een verkrappende maatregel, maar tegelijkertijd krijgt de Japanse centrale bank wel de mogelijkheid om meer obligaties op te kopen en dan is er dus dsprake van een verruiming van het beleid. Het direct gevolg is dat er geen vreemde knik meer zit in de Japanse yieldcurve. Feitelijk beweegt de BoJ naar de markt toe. Nu de BoJ het beleid voor het eerst in lange tijd heeft aangepast, mag verwacht worden dat er meer stappen volgen, zeker wanneer Kuroda in april vertrekt.
De Japanse yen is één van de meest ondergewaardeerde munten ter wereld. Daardoor is alles in Japan goedkoop en heeft Japan in de afgelopen maanden marktaandeel kunnen winnen van concurrenten als Taiwan, Zuid-Korea en Duitsland. De autoriteiten willen een sterkere yen. Wel betekent dit een eind van het ‘langer laag’-beleid in Japan en dat was de reden waarom de yen zo zwak was. Japanse beleggers (de spreekwoordelijke mevrouw Watanabe) leenden in yen en zetten dit uit in hoger renderende valuta. Dat geld vlucht nu terug naar Japan. Wat deze Japanse beleggers verkopen zijn obligaties in hoger renderende munten en daardoor kan de rente buiten Japan stijgen. Een sterkere yen is in theorie niet goed voor Japanse aandelen, maar vergeleken met vroeger is dit effect klein. Doordat jarenlang de yen relatief sterk is gebleven , hebben veel Japanse bedrijven besloten om ergens anders in Azië (bijvoorbeeld in Thailand) te gaan produceren. Ze zijn daardoor relatief ongevoelig voor aanpassingen in de yen geworden. Een steilere yieldcurve is wel goed voor Japanse financials. Tot slot helpt deze aanpassing om de dollar te drukken.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.