De olieprijs is deze maand sterk gedaald, zoals zo vaak door een combinatie van factoren. Aan de aanbodkant blijft Rusland opvallend veel olie produceren, op dit moment ongeveer 300.000 vaten meer dan een jaar geleden.
Dat terwijl Rusland het grotendeels moet doen zonder westerse technologie. De echte test komt met de naderende Russische winter. Verder is de Amerikaanse overheid van plan om Chevron een vergunning te verlenen om olie te gaan pompen in Venezuela. In de afgelopen jaren waren er Amerikaanse sancties tegen het land, maar dit is een signaal dat ook andere oliebedrijven weer mogen produceren in Venezuela. Verder is er een prijsplafond afgesproken op Russische olie, maar dat plafond ligt zo hoog en er zijn zoveel mogelijkheden om er onderuit te komen dat dit niet wordt gezien als een beperkende maatregel.
Aan de vraagkant speelt vooral de corona-uitbraak in China een grote rol. Niet eerder kwamen er dagelijks zoveel besmette patiënten bij. Dit zet een dikke streep door het naderende einde van het zero-covid-beleid. Dit beleid is door de besmettelijkheid van het virus ongeschikt om door te zetten. Er zijn vaccins en betere behandelingen, maar deels is het zero-covid-beleid ook ideologisch en wordt het door Peking als superieur gezien vergeleken met de vele overlijdensgevallen in landen buiten China. Op dit moment zijn er demonstraties in China tegen het zero-covid-beleid en dat kan betekenen dat linksom of rechtsom het beleid op korte termijn zal eindigen. Naast de vraag vanuit China speelt natuurlijk ook de algemene groeivertraging, waarschijnlijk uitmondend in een recessie.
Voordeel van de daling is dat overheden minder snel de neiging zullen hebben om ‘overwinsten’ te belasten. Bovendien draagt het bij aan een verdere daling van de inflatie. Voor volgend jaar zorgt de ontwikkeling in China er voor dat er op kort termijn sprake is van meer aanbod dan vraag, maar dat er al snel evenwicht is tussen vraag en aanbod en opnieuw een tekort in de tweede helft van 2023. Per saldo zorgen onvoldoende investeringen er voor dat olieprijzen kunnen herstellen, maar overigens zijn de kasstromen van veel oliemaatschappijen ook bij de huidige olieprijs historisch erg hoog.
Verder zijn er een zevental factoren die volgend jaar een rol spelen bij de olieprijs. Allereerst is er het herstel van het vliegverkeer. Op dit moment verbruikt het vliegverkeer nog altijd zo’n 2 miljoen vaten per dag minder dan in 2019. Verder is in China de vraag nu zo’n 1 miljoen vaten per dag lager dan in 2020/2021 als gevolg van de lockdowns. Grote vraag is ook waar de olie die voorheen uit Rusland naar de Europese Unie ging (2,4 miljoen vaten dag) nu vandaan komt. Rusland moet op zoek naar andere kopers en Europa moet op zoek naar andere olie. Verder is meer specifiek de dieselmarkt erg krap dit jaar. Dat wordt niet beter nu er niet meer geleverd kan worden door de Russen. Als straks het vliegverkeer (diesel, kerosine en jetfuel JP4 lijken op elkaar) aantrekt wordt dit vrij acuut. Amerikaanse olieproducenten zijn nog altijd terughoudend om de productie op te schroeven. In de komende weken zal de uitgifte van olie uit de (SPR) eindigen. Sinds maart dit jaar kwam er 0,8 miljoen vaten per dag uit de reserve. Tot slot gaan de investeringen in oliewinning omhoog, maar grotendeels is dit een gevolg van de oplopende inflatie. De kans is nog altijd groot dat de totale investeringen onvoldoende zijn om in de toekomstige vraag te voorzien. Bij elkaar moet dit voldoende zijn om Brent medio volgend jaar weer boven de 100 dollar per vat te laten komen.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.