De oorlog in de Oekraïne leidt tot een nieuwe ethische discussie over het beleggen in wapenproducenten.
In vredestijd hebben veel institutionele beleggers afscheid genomen van hun beleggingen in wapenproducenten. In Nederland is het zelfs bij wet verboden om te beleggen in controversiële wapen zoals anti-personeelsmijnen, munitie met witte fosfor of met verarmd uranium, chemische wapens en clusterbommen. Ook kernwapens worden er vaak toe gerekend, al is dit een grijs gebied sinds zelfs Mient Jan Faber (de leidende figuur achter de grote demonstraties tegen kernwapens begin jaren tachtig) om is. Deze vredesactivist omarmt nu juist kernwapens. Volgens hem is het idee van een kernwapenvrije wereld flauwekul. Er is volgens hem geen betere garantie voor wereldvrede dan het kernwapen. Bij wet is het nog steeds toegestaan om in wapens te beleggen, alleen niet in de zogenaamde controversiële wapens. De belangrijkste gedachte daarachter is dat juist die wapens veel burgerslachtoffers maken, ook jaren na de oorlog. Helaas is ook hier de realiteit anders. De Russen hebben al flink geput uit hun arsenaal aan controversiële wapens, oorlogen verlopen nu eenmaal niet volgens de regels. Nu is er niet één lijst van producenten van deze controversiële wapens, dat hangt een beetje af van de definitie die men kiest. Bovendien is er altijd nog het 5 procents criterium. Dat betekent dat zolang in indices en fondsen de producenten van deze wapens voor minder dan vijf procent zijn opgenomen, het is toegestaan. Nu is het totale gewicht van alle controversiële wapenproducenten bij elkaar in de index veel minder dan 1 procent. Dan kans dat de wet wordt overtreden is daardoor klein.
Nu kan er door wapenproducenten goed worden verdiend aan een oorlog. In het verleden verdienden de Fransen het meest, omdat die leverden aan beide partijen. Nadeel van beleggen in wapenproducenten is de grote invloed van de politiek. Zo staat de politiek meestal niet toe dat er wordt geleverd aan regimes die de mensenrechten schenden. Nu zitten de meeste (beursgenoteerde) wapenproducenten in de Verenigde Staten. Die profiteren duidelijk van oorlog in Oekraïne en de plotselinge haast in West-Europa om de defensiebudgetten weer op orde te brengen. Het voordeel voor wapenproducenten is dat deze overheden goede klanten zijn. Er zijn geen betalingsproblemen en meestal is er sprake van een langjarige relatie. Het nadeel is dat overheden in de onderhandelingen er vaak wat voor terug willen, meestal door er industriepolitiek aan te koppelen. De overheid wil bijvoorbeeld wel straaljagers kopen, maar alleen als er onderdelen in het eigen land worden geproduceerd. Verder zijn er ook nadelen aan de oorlog in de Oekraïne voor wapenproducenten. Een F35 straaljager kost 350 miljoen en de training van een piloot 2 miljoen, maar wordt op het slagveld verslagen door een onbemande Turkse drone van nog geen miljoen. Ook lijkt het fenomeen ‘tank’ gelet op de vele verliezen waarschijnlijk ook de langste tijd te hebben gehad. In de oorlog van tegenwoordig draait het vooral om meer technologie. Het beschikken over voldoende chips kan zo de doorslag geven. Aangezien chips bij veel zaken in vredestijd ook een rol spelen, is een indirecte belegging in een chips-producent waarvan de chips worden gebruikt in wapensystemen waarschijnlijk een betere manier om van de groeiende vraag naar wapens te profiteren dan om rechtstreeks te investeren in de fabrikant van het eind-producent. Verder wordt het steeds duurder om nieuwe wapens te ontwikkelen en daarmee nemen ook de bedrijfsrisico’s toe.
Wapenproducenten hebben het tij mee. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog is er sprake van een grote oorlog op het Europese continent. Die oorlog wordt deels gevochten met materieel uit de Tweede Wereldoorlog, dus dat ruimt op. Verder is er de laatste jaren een koude oorlog tussen China en de Verenigde Staten ontstaan en een kenmerk van zo’n koude oorlog is de wapenwedloop. Verder zorgt de relatief hoge olieprijs er voor dat landen in het Midden-Oosten veel cash binnenkrijgen, daarvan gaat een bovengemiddeld deel naar wapens. Daar staat tegenover dat Taiwan de voorkeur geeft aan rust en geen grote wapensystemen zal bestellen. Verder besteden de Amerikanen al meer geld aan wapens dan de volgende 10 landen gecombineerd en veel overheden hebben maar beperkte bestedingsruimte nu een groot deel van de schuld daar terecht is gekomen. Wel vormen oorlogen vaak een bron van innovatie, al dan niet door nood gedwongen. Het risico bestaat dat een groot deel van de bestaande wapens overbodig zijn of moet worden aangepast. Aandelen uit de wapenindustrie profiteren koersmatig vooral bij het uitbreken van het conflict, maar daarna eigenlijk niet meer. Verder zijn het vooral letterlijk ‘defensieve’ bedrijven, met meestal een relatief hoog dividendrendement en minder gevoelig voor de economische ontwikkeling op korte termijn. Toch lijkt het er op dat veel bestaande partijen technologisch voorbij worden gestreefd. De beste kansen zijn er dan voor de producenten van de nieuwste technologie.
Via: Auréus
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.