De inflatie daalt, maar niet genoeg

En dat bericht werd niet goed ontvangen

Beleggers hebben te maken met zeer beweeglijke markten de afgelopen dagen, waarbij de koersen helaas vooral zuidwaarts gaan. Gisteren was het op de markten tot aan half drie onze tijd zeer kalm omdat er gewacht werd op de Amerikaanse inflatiecijfers over april. Toen deze er eenmaal waren, en tegenvielen, kwam er al snel een verkoopgolf op gang. In Europa draaide vervolgens het sentiment weer 180 graden en gingen we gisteren de dag uit met mooie plussen op de borden. De AEX ging 1,9 procent hoger, Frankfurt steeg 2,2 procent en Parijs 2,5 procent. In de Verenigde Staten draaide de stemming echter niet na het uitkomen van de inflatiecijfers en moesten vooral de technologiefondsen het (weer) ontgelden. De Nasdaq sloot gisteravond met een verlies van 3,2 procent. Omdat de markten in de Verenigde Staten met verlies sloten, draaide het sentiment in Europa weer eens en openden we hier vanochtend in het rood. De reden voor de dalingen moge inmiddels wel bekend zijn: als gevolg van de hoge inflatie gaan steeds meer beleggers ervan uit dat de renteverhogingen van de Fed niet voldoende zullen zijn om de inflatie in te dammen en dat er steviger op de rem getrapt moet worden. Hoewel Powell het bij het laatste rentebesluit ontkende, gaan sommige analisten er nu toch weer van uit dat de volgende rentestap in juni er eentje van 75 basispunten zal zijn.

De verwachting dat we de inflatietop vorige maand gehad hebben, ‘peak inflation’, staat nog fier overeind na de cijfers van gisteren. Waar de Amerikaanse consumentenprijzen in februari met 7,9 procent stegen, was dit 8,5 procent in maart. Over april betrof de stijging 8,3 procent. Er werd echter een daling naar 8,1 procent verwacht. Maand op maand werd er een stijging van 0,2 procent verwacht en het werd 0,3 procent. Zorgelijk is vooral dat uit de cijfers blijkt dat de inflatie zich aan het verbreden is over meerdere sectoren. Als we de ‘usual suspects’ energie en voeding weglaten en kijken naar de kerninflatie, dan zien we dat ook dit percentage minder snel daalde dan werd verwacht: Jaar op jaar ging de kerninflatie van 6,5 procent naar 6,2 procent waar er 6,0 procent werd verwacht. Het blijkt dat vooral wonen in de Verenigde Staten duurder wordt. Want ongeveer een derde van de kerninflatie bestaat uit stijgende huisvestingskosten. Deze huisvestingskosten stegen in april met 5,1 procent hetgeen het hoogste percentage is sinds 1991. Ook medische zorg wordt alsmaar duurder. De kosten hiervan stegen afgelopen maand met 3,5 procent ten opzichte van maart. Hiermee wordt ‘Joe Sixpack’ geraakt die toch al ontstemd was over het beleid van president Biden omdat hij meer moet betalen voor zijn dagelijkse kostje en de benzine. Hoewel het gemiddelde loon van Amerikaanse arbeiders met 5,5 procent is gestegen ten opzichte van vorig jaar, is hun gemiddelde koopkracht met 2,6 procent gedaald. Dit gaat de Democraten in november stemmen kosten. Het feit dat Biden de bestrijding van de inflatie ‘topprioriteit nummer 1’ heeft genoemd, zal hierbij niet veel helpen.

Via: Fintessa Vermogensbeheer

Foto via: CBC

- - -

Disclaimer

Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.

Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.

Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.