Als je verwachting is dat de markt een flinke daling gaat meemaken, wat zijn dan je mogelijkheden?
De beurs is de laatste tijd erg zenuwachtig. Met name de techwereld reageert erg sterk op onder andere de inflatie, het aangepaste rentebeleid, het voortdurende chiptekort, de Tweets van Elon Musk, en nog veel andere externe factoren. Het segment laat de laatste tijd forse dalingen zien. Wat nu als jij denkt dat de bodem nog niet bereikt is, en we nog (veel) diepere dalen gaan kennen, hoe beleg je dan daarin? In dit artikel volgen een aantal mogelijkheden om hierin een ‘bearish positie’ in te nemen.
Wat we niet bespreken
- Futures; ook wel termijncontracten, kennen een grote hefboom, bij onvoldoende kennis kunnen de risico’s niet te overzien zijn, vooral verhandeld door professionals, vooral gericht op commodities.
- Short ETF’s; vooral thematisch gericht, minder transparant, teveel onderliggende verschillen in vergelijking met onderstaande short producten.
Waarschuwing
Voordat we aftrappen wel nog een belangrijke opmerking: bijna alle onderstaande producten kennen een hefboomwerking. Dat betekent dat wanneer de onderliggende waarde beweegt, jouw beleggingsproduct met een factor X harder beweegt. Zowel omhoog, maar ook omlaag. Het zijn risicovolle producten, verdiep je er eerst goed in voordat je eraan begint. Begin je er toch aan, doe dit dan met bedragen die goed te behappen zijn voor je. Leergeld moet te betalen zijn, dat lukt niet als je all in gaat. Oké, klaar? Komt ‘ie!
Voorbeeld
Om een en ander wat makkelijker uit te leggen gebruiken we een fictief aandeel als terugkerend voorbeeld. Dat bedrijf heet Utopia, is genoteerd aan de AEX, en heeft een koers van 15 euro op 1 juni 2022. De vooruitzichten zijn dramatisch, maar de markt weet dat nog niet, alleen jij weet dat.
Short in aandelen
Op het eerste gezicht de meest simpele strategie, short gaan in aandelen. Bill Gates doet het met Tesla, tot onvrede van Musk. Je maakt je er niet populair mee in sommige gevallen dus. Hoe het werkt? Je verkoopt aandelen die je niet in bezit hebt. Dit kan bij vrij veel brokers. Om dit te doen betaal je wel een vergoeding aan je broker om dit te kunnen doen. Zie het als een soort van rente die je betaalt op geld dat je ontvangen hebt.
Concreet: je hebt geen aandelen Utopia. Je startpositie is 0 stuks. Je verkoopt 100 stuks Utopia op 1 juni tegen een koers van 15 euro. Je positie is daarna -100 stuks, je hebt daarvoor 1500 euro ontvangen.
Happy Flow: de koers dondert inderdaad in elkaar. Utopia noteert op 1 augustus nog maar 5 euro per stuk. Je denkt dat de bodem bereikt is en sluit de positie. Je koopt je 100 stuks dan weer terug tegen een koers van 5 euro. Je betaalt 500 euro. Je winst is 1000 euro. Je positie in aandelen Utopia is weer 0 stuks.
Unhappy Flow: je had het helemaal mis. Utopia kwam met geweldig nieuws naar buiten, de koers knalde naar 30 euro. Je kiest eieren voor je geld en sluit je positie. Dit doe je door 100 stuks terug te kopen tegen een koers van 30 euro. Kost je 3000 euro. Je verlies is (3000-1500=) 1500 euro. Je positie in aandelen Utopia is weer 0 stuks.
Voordelen van deze constructie:
- Geen hefboom, minder uitschieters dan bij de producten hieronder.
- Transparantie, je investering beweegt exact tegengesteld aan de koers van het aandeel.
- Niet gebonden aan termijnen, als jij er heilig van overtuigd bent dat je vermoeden tot een daling klopt, dan kan je een shortpositie in aandelen aanhouden zolang je dit financieel kan dragen.
Nadelen van deze constructie:
- Je winst is gemaximeerd, als het aandeel naar 0 gaat dan heb je je maximale winst bereikt. In het geval van Utopia is je maximale winst dus 15 euro per aandeel, 1500 euro voor je investering van 100 stuks.
- Je verlies is niet gemaximeerd. Als Utopia een glansrijke uitvinding doet, en de koers schiet naar bijvoorbeeld 1000 euro per aandeel, dan dien je die aandelen ook ooit terug te kopen voor die koers. Met 100 stuks is dat de lieve som van een ton (!!) in euro’s. Schiet het aandeel echt helemaal door het dak, naar bijvoorbeeld 20.000 euro, dan mag je terugkopen voor een totaalbedrag van 2.000.000 euro.
- Je bank of broker monitort uiteraard ook de koers van Utopia. Als jij onvoldoende financiële middelen hebt om het eventuele verlies te kunnen afdekken wanneer de koers blijft stijgen, dan zal je gedwongen worden je positie te sluiten. Op dat moment heb je geen zeggenschap meer over je strategie en blijf je achter met een hoop verloren geld, wellicht zelfs een schuldpositie.
Turbo’s
We behandelen hier Turbo’s. In Nederland vooral bekend geworden toen een dik anderhalf decennium geleden ABN AMRO hier de sier mee maakte. Andere partijen geven zeer sterk gelijkende producten uit met namen als bijvoorbeeld Speeders of Sprinters. In deze context houden we het echter bij Turbo’s.
De naam zegt het trouwens al. De koers van de Turbo versnelt met een factor ten opzichte van de koers van de onderliggende waarde. Je hebt de keuze uit een Turbo Long of een Turbo Short. Long speculeert op een stijging, Short op een daling. De Turbo Short op het aandeel Utopia heeft op 1 juni een hefboom van 6,5 en kost je 4 euro. Iedere procent koersverandering van Utopia zorgt dan voor 6,50% verandering in de koers van de Turbo. In ruil daarvoor betaal je financieringskosten aan de uitgevende instelling, meestal een bank. In dit geval gaan we uit van 2,5% financieringskosten.
Concreet: Turbo’s kennen geen beperking qua tijd, er is geen einddatum of iets dergelijks. Wat wel een beperkende factor is, is het stop-loss niveau. Deze wordt maandelijks berekend en bijgesteld door de uitgevende instelling. Raakt de turbo het stop-loss niveau, dan wordt deze direct ‘uitgestopt’, het is dan onmiddelijk einde verhaal. De Turbo is ‘geploft’. Je krijgt dan vaak maar een fractie van wat je voor de Turbo betaald hebt terug.
Voordelen van deze constructie:
- Op zeer veel producten worden Turbo’s uitgegeven, en op zeer veel markten. Dit maakt het een toegankelijke manier om te beleggen in bijvoorbeeld goud, gas, euro/dollar, de Braziliaanse index, et cetera.
- Je kan zowel een long als een short richting kiezen.
- Instappen kan letterlijk al vanaf een paar euro.
- Je kunt alleen je inleg kwijtraken.
Nadelen van deze constructie:
- Door het enorme aanbod bestaat de kans dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Hoe weet je nu wanneer je een goede deal doet? Hoe weet je met welke Turbo je het beste af bent? Ook al weet je dat Utopia gaat dalen, er zijn tig verschillende Turbo’s van. Lastig.
- Veranderende spelregels. Dit vinden wij zelf het grootste nadeel van een Turbo. Zoals hierboven al vermeld, het stop-loss niveau wordt maandelijks herberekend, bijgesteld. Als in het geval van Utopia bij een bepaalde Turbo het stop-loss niveau op 1 juni staat op 21, en het aandeel beweegt in een dalende trend, dan zal dit stop-loss niveau naar beneden worden bijgesteld. Naar bijvoorbeeld 19, en na verloop van tijd naar 17.
- Volatiliteit. Als je strategie niet direct werkt, en er volgt een opleving in plaats van een daling, dan kan je al rap de pineut zijn. Stel, Utopia presenteert cijfers waarbij je je vingers van af likt, en het aandeel maakt even een sprongetje waarbij het alleen maar je stop-loss heel eventjes aantikt? Bam, meteen einde verhaal. In combinatie met het voorgaande nadeel, waarbij dat stop-loss niveau maandelijks wordt aangepast, kan je ineens je inleg kwijt zijn.
CFD’s
Deze is tricky. Bij welke broker je ook zou kiezen voor een CFD, er staat altijd een stevige disclaimer bij dat 60% van de beleggers haar inleg verliest met CFD’s. Het is een zeer speculatief product, doorgaans zonder transactiekosten. De broker verdient echter zijn geld doordat je een periodieke fee betaalt met het aangaan van je positie (vergelijkbaar met die van de shortpositie in aandelen). Maar ook met de ‘spread’ het verschil tussen de bied- en laatkoers. Want anders dan bij een aandeel, waarbij de bied en laat wordt bepaald door de markt, bepaalt de uitgevende partij de bied- en laatkoersen. Het verschil daartussen is hun broodwinning.
Een CFD is geen aandeel, het is een Contract For Difference. Dat houdt dus ook in dat je geen aandeel koopt, maar een contract aangaat waarbij de CFD (met een spread!) de koers van het aandeel volgt. Dit kan zowel long als short.
Concreet: op 1 juni ga je een CFD aan voor het aandeel Utopia. Je verwachting is dat het aandeel gaat dalen, dus kies je voor de short richting. Op 1 juni is je openingsprijs van deze transactie 15 euro. Je kiest een hefboom van 5:1. Dat houdt in dat voor iedere procent dat Utopia daalt, jouw positie stijgt met 5%. Je doet dit voor 1500 euro, oftewel het equivalent van 100 stuks.
Happy Flow: je had het bij het rechte eind. Utopia daalt tot maar liefst 5 euro op 1 augustus. Jouw glazen bol zegt dat de bodem inmiddels bereikt is, je sluit je positie. Je bent gestart tegen een koers van 15 euro, de settlement koers is 5 euro. Je maakt dus een tientje per stuk winst. Op 100 stuks is dat dus 1000 euro. Vergeet niet, je had een hefboom van 5:1 gekozen. Dat betekent dat je dus 5000 euro winst hebt. Hou er wel rekening mee dat je met het openen en sluiten nog wat afroming van je winst ziet doordat men een hap van de taart neemt om de spread te voorzien, en dat je tussentijds een paar keer hebt moeten betalen om deze short positie aan te houden. In dit voorbeeld is het dan ook een bruto winst.
Unhappy Flow: oeps, Utopia stijgt, en niet zo’n beetje ook. Het knalt door naar de 30 euro op 1 augustus, het moment waarop je besluit je verlies te nemen. Je hebt een short CFD geopend op 15 euro en de koers is verdubbeld. Ouch. Het verschil dat je moet aftikken is 15 euro, per stuk. Maar als je denkt dat 1500 euro nog wel te overzien is, dan vergeet je de hefboom. Je mag het maal 5 doen. Je verlies is 7500 euro. Ook hier geldt, je wordt ook nog eens gepakt met de spread en hebt tussendoor geld betaald om je shortpositie aan te mogen houden.
Extra opmerking: de meeste CFD brokers laten het verlies niet oplopen tot een bedrag dat hoger ligt dan je inleg. Zij sluiten je positie voor je, van zodra je je inleg kwijt bent. Dit om je te beschermen tegen verliezen die je niet meer kunt dragen. In dit geval zullen de meeste brokers je verlies dan ook beperken tot 1500 euro.
Voordelen van deze constructie:
- Het is makkelijk, snel, toegankelijk.
- Je kan zelf je hefboom bepalen. Als je dat niet wilt, dan zet je deze gewoon op 1:1.
- Je hebt vaak via CFD’s toegang tot zeer veel producten en markten, waar je dus ook nog eens short op kan gaan.
Nadelen van deze constructie:
- Het is makkelijk, snel, toegankelijk. Ja, elk voordeel heeft dus ook zijn nadeel. In dit geval dat het een minder transparant product is waarbij je op 5 muisklikken ineens een shortpositie met hefboom bent aangegaan.
- Spread. Het voelt niet lekker dat je favoriete aandeel wordt verhandelt op een bepaalde koers, en jij bij aankoop net iets meer hiervoor betaalt, en bij verkoop net iets minder dan wat het aandeel op dat moment in de markt doet.
- Commissies en rentes. Zoals hierboven aangegeven, om een shortpositie aan te gaan wordt vaak een periodieke fee gevraagd. Hier worden allerlei gewichtige (marketing) termen aan toegekend, maar het komt neer op commissies en rentes. Van zodra je je positie opent moet je er dus rekening mee houden dat de factor tijd je ook gewoon geld kost.
Opties
Een van de meest bekende manieren om te speculeren op een daling is met opties. Dit kan op een flink aantal manieren, we kunnen hele pagina’s vullen met optie strategieën. In dit overzicht houden we het echter heel simpel, we bespreken de gekochte put optie.
Als je een put optie koopt heb je het recht om het onderliggende aandeel te verkopen tegen de vooraf bepaalde uitoefenprijs, ook wel de strike genoemd. Het maakt niet uit of jij die aandelen wel of niet in je bezit hebt. Als je ze niet hebt, geen probleem. De uitoefenprijs is gekoppeld aan een factor tijd, opties kennen namelijk een expiratie- of afloopdatum. De optie wordt ‘gesetteld’ op de afloopdatum door de optiebeurs.
Optiecontracten hebben altijd betrekking op 100 onderliggende aandelen. Dat betekent dat je de koers die je ziet bij je broker ook maal 100 moet doen. Voor indexopties op de AEX bijvoorbeeld geldt hetzelfde, ook hier maal 100.
Tussen de openingsdatum en de afloopdatum van de optie vindt er doorgaans veel tussentijdse handel plaats. Opties kennen verschillende mogelijke looptijden, variërend van opties met een looptijd van 5 jaar tot opties met een looptijd van slechts één dag.
Vooral de opties met een langere looptijd kennen een ‘tijd- en verwachtingswaarde’. Dat is de waarde die beleggers toekennen aan de koersverandering die zij verwachten te zien gebeuren. Daarnaast is er ook nog de ‘intrinsieke waarde’, de daadwerkelijke waarde van de optie. Een en ander zal meer duidelijk worden met concrete voorbeelden.
Concreet: je koopt een put op Utopia, dat op het moment van openen van de positie op 15 euro staat. De put die je koopt heeft een expiratiedatum van december 2023, en een uitoefenprijs van 20. De koers van de optie is 6,50 euro. Dat betekent 5 euro intrinsieke waarde, 1,50 euro tijd- en verwachtingswaarde. Je koopt 1 contract, en betaalt hier 650 euro voor, exclusief transactiekosten (meestal een paar euro).
Happy Flow: het is 1 juli 2023, de koers van Utopia ging met een bloedgang naar beneden naar een koers van 5 euro. Kassa! Maar hoeveel? Het aandeel is 10 euro gedaald in waarde, jouw putje is in waarde gestegen. De koers van je put bedraagt 15,80 euro. Hiervan is er (20-5=) 15 euro intrinsieke waarde, en 80 cent aan tijd- en verwachtingswaarde. De tijd- en verwachtingswaarde is gedaald van 1,50 naar 0,80, simpelweg omdat de optie looptijd verloren heeft ondertussen.
Je besluit om je put te verkopen. Je krijgt hier bij de koers van 15,80 dus 1.580 euro voor terug. Ten opzichte van je inleg van 650 euro heb je dus een bruto winst van (1.580-650=) 930 euro.
Unhappy Flow: je had het mis. Utopia is gestegen in prijs, de koers van je put optie is helemaal ingekakt. Op 1 juli 2023 doet dat ‘fantastische’ aandeel maar liefst 28 euro. Jouw optie, de P Utopia DEC23 20 doet nog maar slechts 90 cent. Hiervan is de intrinsieke waarde eigenlijk negatief, maar het is niet mogelijk om kleiner dan ‘0’ aan intrinsieke waarde te hebben. De koers van 90 cent is puur toe te wijden aan tijd- en verwachtingswaarde. Je kiest eieren voor je geld en sluit je positie, je verkoopt je put en ontvangt er 90 euro voor. Je bruto resultaat is (650-90=) 560 euro verlies.
Voordelen van deze constructie:
- Transparantie. De spelregels blijven hetzelfde vanaf het begin tot het einde. Strike, looptijd, onderliggende waarde, alle parameters blijven hetzelfde, behalve de koers.
- Grote verhandelbaarheid, met name op de Nederlandse markt. Er is altijd wel vraag en aanbod, al dan niet gefaciliteerd door een market maker.
- Hefboom, 1 optie heeft betrekking op 100 aandelen.
- Documentatie. Door de vaste parameters van opties kan je met verschillende optieconstructies talloze strategieën opzetten. Hier is online zeer veel documentatie over te vinden.
- Je verlies is gemaximeerd. Je kan alleen je inleg kwijtraken.
Nadelen van deze constructie:
- Hefboom, die onderliggende waarde van 100 aandelen zorgt ervoor dat de koers van opties ook zeer sterk kunnen bewegen.
- TIjd- en verwachtingswaarde. Deze zal afnemen; hoe korter de looptijd, hoe lager de tijd- en verwachtingswaarde. Tijd kost je dus geld.
- Verhandelbaarheid buiten Nederland. Hier zijn opties vrij populair, wat ten goede komt aan de liquiditeit. Ook in Amerika wordt er veel in opties gehandeld. Prima allemaal. Maar hou er rekening mee dat je in Parijs, Brussel, Londen, en Frankfurt soms wat moeilijker uit positie komt.
- Complexiteit. Verdiep je goed in opties voordat je ermee start. Het is zeer verraderlijk om de risico’s verkeerd in te schatten, waarbij je verlies razendsnel kan oplopen. Hiermee doelen we niet nogmaals op de hefboomwerking, we doelen nu op de verschillende richtingen waarmee je in opties kan handelen. We spraken over een gekochte put optie, met het recht om aandelen te verkopen. Had je gekozen om een put te verkopen (die je nog niet hebt), dan ga je een optie schrijven, en heb je een plicht. Een plicht om aandelen af te nemen tegen de uitoefenprijs.
- Je winst is gemaximeerd. Bij een gekochte put optie is je winst gemaximeerd. In het voorbeeld van Utopia koos je voor een optie met een uitoefenprijs van 20 euro. Als het aandeel Utopia naar 0 euro gaat, dan is je winst maximaal (20×100=) 2.000 euro.
Waarschuwing
We besluiten met nogmaals een waarschuwing. Bij elk van bovenstaande producten is het zaak je goed te verdiepen in de producteigenschappen. Doe je dat niet, dan kan het heel erg snel gruwelijk fout gaan. Als je per ongeluk een optie schrijft in plaats van koopt, dan kan je verlies een veelvoud zijn van het bedrag dat je ontvangt voor je short positie. Daarmee kun je veel meer verliezen dan je vooraf zou verwachten. CFD’s kennen, in combinatie met een enthousiate hefboom, een sterk speculatief karakter. Als je de richting die het aandeel op beweegt verkeerd inschat, dan kan de positie voor je gesloten worden en ben je je gehele inleg kwijt.
Lees je dus erg goed in voordat je begint met een van bovenstaande producten en begin met kleine bedragen. Leer de productwerking in de praktijk kennen met geld dat je makkelijk kunt missen. Zorg dat je leergeld geen financiële strop wordt.
- - -
Disclaimer
Beursblog.nl geeft geen beleggingsadvies, we proberen je te voorzien van nieuws, nieuwsoverzichten, blogs, columns, en uitleg. Dit om je handvatten en inzichten te geven om zelf de beslissingen te nemen die het beste bij jouw financiële situatie passen.
Gedetailleerde uitleg over hoe je onze berichtgeving dient te interpreteren vind je hier.
Meer informatie over wie we zijn, wat we doen, vind je hier.